Afgelopen week heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Drs. C. van Nieuwenhuizen-Wijbenga, de tweede kamer schriftelijk geïnformeerd over de uitkomsten van haar overleg met de transport- en logistieke sector omtrent de oorzaken, gevolgen en ideeën omtrent het voorkomen van grootschalige problematiek door omwaaiende vrachtwagens bij harde wind, zoals plaatsvond op 18 januari 2018.
Ondanks dat de Minister hierbij van goede wille is, adviseert de Vereniging van Bergings-en Mobiliteitsspecialisten (VBM) de Minister om naast het inwinnen van advies door de Minister bij de STIMVA tevens haar te laten adviseren door de VBM. In de brief worden de bergers niet benoemd, terwijl deze een belangrijke rol vervullen bij het oplossen en voorkomen van verkeersinfarcten door dergelijke incidenten.
De STIMVA bewaakt de procedures van de contractafspraken tussen de wegbeheerders (lees in deze: Rijkswaterstaat) en de Bergingsbranche. Daar de VBM niet vertegenwoordigt is binnen de STIMVA onbreekt vak-inhoudelijke kennis op het vlak van operationele uitvoering van vrachtwagenbergingen. De VBM verbaasd zich derhalve ten zeerste dat andere brancheorganisaties, belangenorganisaties, opdrachtgevers en wegbeheerders (als verenigd in de STIMVA) een antwoord formuleren zonder inhoudelijke kennis van bergingswerkzaamheden en alle daar bijbehorende expertise.
De VBM verbaasd zich dat de Minister zich laat adviseren door niet terzake deskundige stakeholders. De VBM staat uiteraard open voor een overleg met de Minister.